Bob Felix

Teamleden van diverse rijkspartijen maken meters met de implementatie van het Register Externe Veiligheidsrisico’s (REV). In deze serie maken we kennis met hen. Deze keer is Bob Felix aan het woord. Hij is werkzaam als coördinator voor het REV.

Kun je jezelf even voorstellen en vertellen wat je doet bij het REV?

In mijn rol als Coördinator ben ik onder meer het aanspreekpunt voor de totale dienstverlening rondom het REV. Zowel voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als andere belanghebbenden. Verder ligt er ook de taak om die dienstverlening verder in te richten.

Er moet worden afgestemd en gecommuniceerd met alle stakeholders en dit moet allemaal efficiënt en effectief gebeuren. Mijn rol is deze keten in te richten en te overzien. Ieder team heeft zijn eigen taken, maar samen optrekken en tegelijk ieder zijn vak laten uitoefenen is belangrijk voor een goed resultaat.

We zitten in de transitie van een programma naar een beheersituatie. Welke uitdagingen brengt dit met zich mee?

De transitie van een programma naar een beheersituatie is soms een zoektocht. Er zijn veel veranderingen in de overgang van programma naar beheer, maar gebruikers van het REV moeten daar niets van merken. Als het goed is, gaat de verandering deels vanzelf. Het REV komt in een stabiele fase, dat vraagt betrokkenheid van andere mensen die dan naar voren stappen.

Waarom zijn we dit register eigenlijk aan het ontwikkelen?

Om de leefomgeving op een afgewogen wijze verder in te richten willen we betrouwbare en actuele data bieden over externe veiligheid. Het oude systeem was end of life en er is een nieuwe wet: de Omgevingswet. Het is belangrijk dat we dit goed doen want op dit moment zijn er maatschappelijke opgaven waar actuele data voor nodig is. Er is druk op de mensen en processen in de vergunningverlening en in de ruimtelijke ordening. Die mensen willen we helpen door zichtbaar te maken hoe het zit met zaken zoals kwetsbare objecten, buisleidingen en het basisnet.

Met de conversie hebben we een zo actueel mogelijke dataset gemaakt en zijn gemeenten en omgevingsdiensten daarmee voorbereid op de toekomst. Tegelijkertijd voegen we nieuwe elementen toe, zoals bijvoorbeeld windmolens en kwetsbare gebouwen en locaties (KGL’s).  Tenslotte: door onze faciliterende rol in datakwaliteit is er straks een stimulans om data verder op orde te brengen.

We gaan nu een nieuwe fase in met het REV, waar heb jullie je de eerste periode op gefocust?

In de eerste fase hebben we ons gefocust op het opzetten van processen en procedures en hebben we gebouwd aan het team. De afgelopen twee jaar was Geodan druk aan het ontwikkelen. Nu komen wij met functioneel beheer en techniek langszij om het over te nemen. Hiermee wordt mijn eigen rol ook direct een stuk spannender.

Waar focussen jullie je de komende tijd op?

Een belangrijke stap is een technische migratie van het REV naar een overheidsplatform. Dit heeft als het goed is geen impact voor eindgebruikers; het REV moet gewoon als een zonnetje blijven draaien.

Het REV nu is gebaseerd op wetgeving zoals de Omgevingswet en we zijn voorbereid op zaken als Common Ground. Het is alleen wel belangrijk samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat te werken aan een meerjarig plan en de samenhang met andere programma’s te bewaken. Hoe gaan we bijvoorbeeld koppelen met het DSO. Een spannende maar vooral ook interessante tijd.

Tegelijkertijd gaat straks de Omgevingswet van kracht en het REV heeft een belangrijke rol in het vergunningsverleningsproces. We zullen eindgebruikers hierbij moeten helpen.  Hier zullen wel wat vragen over komen. Verder is het natuurlijk zaak dat het REV goed gevuld blijft en steeds verder verbeterd wordt. Dat is het aspect datakwaliteit.

Kun je wat meer vertellen over het aspect datakwaliteit?

Er zijn restcategorieën waar van alles mee gedaan moet worden. We hebben velden die wel wettelijk verplicht zijn, maar nog niet gevuld en we moeten de data completer maken. Verder halen we de data straks uit de authentieke bronnen en daarmee is het een stuk betrouwbaarder. Op dit moment moeten we hier nog wel een disclaimer bij zetten.

Hoe houden jullie je bezig met de eindgebruiker?

We hebben een overleg, dat heet het OOG (Operationeel Overleg Gebruik) en daar zit een hele keten aan vast. Dat heeft te maken met planvormings- en vergunningsverleningprocessen in relatie tot REV-informatie.

De presentatie van de REV-data vindt plaats in de Atlas Leefomgeving. Daar hebben we allerlei knopjes geïntroduceerd die de informatie voor de specialist bruikbaar maken. Bijvoorbeeld een quick-scan waarmee je in een oogopslag ziet wat er speelt in een gebied.

Dan zijn er nog de vergunningsverleners, planvormers en initiatiefnemers waarbij we onderzoeken hoe het REV ze verder kan helpen en welke verbeteringen er mogelijk zijn. Voor de vergunningverleners is de Atlas Leefomgeving al een redelijk bruikbaar. Verder blijft de signaleringskaart, het instrument dat ze nu gebruiken, bestaan totdat dat in orde is. Voor de planvormers moeten we nog een verdere verkenning doen hoe ze data kunnen gebruiken bij het ontwikkelen van omgevingsplannen. Uiteraard kijkt de Atlas Leefomgeving ook naar de wensen van de initiatiefnemer.

Waar ben je trots op?

Het meest trots ben ik op alle betrokken teamleden. Dat zijn allemaal gepassioneerde types die het leuk vinden om hieraan te werken. De mensen hebben er lol in en willen er samen wat van maken.

En verder hebben we succesvol de hele keten gesloten. Vanuit het REV-beheer hebben we de ambitie om voor een integrale dienstverlening te gaan. Dit betekent dat je zowel de inhoud en context, als het functioneel en technisch beheer biedt. Voor een deel moet dit nog gerealiseerd worden maar voor een groot gedeelte staat dit al.