Met de invoering van de Omgevingswet moeten alle gemeenten milieubelastende activiteiten, waaronder de opslag van propaan, registreren in het Register Externe Veiligheid (REV). Veel gemeenten hebben momenteel onvoldoende gegevens om de registratie van kleinere propaantanks in te voeren. De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant voert namens 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant een project uit om niet-geregistreerde propaantanks te identificeren. Een recent interview met Ruud van Beekveld, adviseur Fysieke Leefomgeving bij de ODZOB, laat zien hoe een overzichtelijke aanpak en samenwerking tussen verschillende afdelingen leidt tot het op de kaart brengen van niet-geregistreerde propaantanks.

Aanpak registratie

ODZOB heeft aan de hand van gegevens van alle gasaansluitingen en luchtfoto's succesvol kunnen achterhalen op welk adres een propaantank aanwezig is. In eerste instantie lag de focus op  gasaansluitingen, waarbij adressen met dergelijke aansluitingen konden worden uitgesloten. Vervolgens kwamen de overige adressen aan bod, waarbij toezichthouders aan de hand van luchtfoto's konden vaststellen of er een propaantank aanwezig was. Dit leverde een totaal van 1381 propaantanks op. Van 1175 adressen was onvoldoende informatie beschikbaar om de REV-registratie op voorhand uit te voeren.

Deze adressen hebben van de ODZOB een brief ontvangen. De eerste ronde van het sturen van brieven begon in 2022. In deze brieven werd duidelijk uitgelegd wat de nieuwe wetgeving inhoudt en wat de verplichting tot registratie is. Tevens ontvingen de adressen een luchtfoto met de geïdentificeerde propaantank en uitnodiging om een digitale vragenlijst in te vullen. Hierin kon de gebruiker de details van de propaantank registreren. Deze registratie diende voor de verplichte inschrijving in het REV. Daarnaast kan er optioneel een melding gedaan worden conform de Activiteitenbesluit en vanaf januari het besluit activiteit leefomgeving. De ODZOB is sinds 2023 de adressen gaan bezoeken die geen gehoor gaven aan het verzoek om de online vragenlijst in te vullen. Met een controle ter plaatse kon de ODZOB toch de benodigde gegevens verkrijgen. Alle verkregen data worden aankomend jaar geregistreerd in het REV. Daarnaast worden vanaf begin 2023 de adressen die aangegeven hebben een melding conform de Activiteitenbesluit te willen doen door de vergunningverleners behandeld.

Bewonersreactie en uitdagingen

Het communiceren van deze nieuwe procedures naar bewoners is soms lastig. Bewoners hebben vragen over waarom ze deze informatie ontvangen, vooral als ze al eerder een melding hebben gedaan. Helaas kan niet voor elk adres een brief geschreven worden met voor dat adres geldende specialistische informatie. Ondanks deze uitdagingen blijkt de respons op de vragenlijst verrassend goed te zijn. Van de 722 adressen die vorig jaar tot drie keer toe zijn aangeschreven, reageerden meer dan 500 mensen. De ODZOB merkte op dat de eenvoud en toegankelijkheid van de online vragenlijst tot positieve reacties leidden. Hoewel sommige bewoners vragen hebben over waarom deze procedure nodig is, lijkt het overgrote deel redelijk begripvol na een goede uitleg.

Samenwerking en aanpak

De samenwerking tussen verschillende specialisten, waaronder vergunningverlening, toezicht en handhaving, was een succes. Door vooraf alles goed te organiseren, de samenwerking en het proces helder te beschrijven verliep alles soepel. De aanpak om ook toezichthouders in te schakelen voor niet-reagerende adressen is ervaren als een waardevolle aanvulling op het proces.

Toekomstige plannen

Door het succes met het huidige propaantankproject gaat de ODZOB op een vergelijkbare manier werken bij soortgelijke registraties. Bijvoorbeeld bij de opslag van brandbare stoffen groter dan 2,5 ton en opslagtanks met oxiderende gassen waaronder stikstof.

Aan het einde van het interview geeft Ruud van Beekveld nog enkele belangrijke lessen mee voor andere omgevingsdiensten die vergelijkbare projecten willen uitvoeren. Hij benadrukt het belang van het zorgvuldig overdenken van de producten die worden gemaakt en het creëren van een gelijke werkwijze. Het regionaal opzetten van het project zou hij sterk aanbevelen, tezamen met een goede communicatie naar gemeentes en bewoners.